De schouders eronder


Uit: Erasmus Magazine (EUR) 21 februari 2006

De gemeenteraadsverkiezingen op 7 maart houden de gemoederen in Rotterdam f link bezig. Alle ogen lijken gericht op de Maasstad, waar Pim Fortuyn in 2002 aan zijn zegetocht begon en zijn Leefbaar Rotterdam uiteindelijk vanuit het niets met zeventien zetels het stadhuis binnenkwam. Vier jaar later lijkt er veel veranderd. Een rondje langs de lijsttrekkers van de zes grootste partijen in de Maasstad. Over Rotterdam als onderwijs- en studentenstad.

tekst Kirsten Verdel

De veiligheidssituatie in de stad is er op vooruit gegaan, maar tegelijkertijd onderstrepen alle politieke partijen dat veiligheid een belangrijk thema blijft. Maar er zijn ook andere problemen in de stad. Op sociaal gebied is veel terrein verloren, is het geluid dat nu vanuit met name de linkerzijde van de stad klinkt. “Rotterdam moet niet alleen veilig zijn, maar ook sterk en sociaal”, vindt PvdA-lijsttrekker Peter van Heemst. “Dat betekent dus ook dat we alles op alles moeten zetten om studenten aan Rotterdam te binden. Niet alleen tijdens hun studie, maar ook erna. Dat kan door te zorgen voor voldoende werkgelegenheid voor hoogopgeleiden en goede en betaalbare woningen voor starters. Aan die woningen is momenteel een groot tekort.”

Marco Pastors, voorman van Leefbaar Rotterdam, is het direct al oneens met Van Heemst. “Door de bouw van middeldure en dure koopwoningen komen nu juist goedkopere woningen vrij voor starters”, stelt hij.
Een onterecht beeld, denkt Theo Cornelissen van de Socialistische Partij (SP). “Er wordt niet alleen maar gebouwd. In de stad worden nu ook duizenden appartementen gesloopt, omdat ze te klein zouden zijn en niet aangepast aan de eisen van de tijd.”

Universiteit naar de stad 
Studenten onder dak brengen is één ding, huisvesting van de universiteit is een tweede. We vragen de lijsttrekkers of de universiteit in haar geheel of gedeeltelijk naar de binnenstad zou moeten verhuizen. Leonard Geluk van het CDA twijfelt: “De concentratie van faculteiten, zoals op Woudestein, heeft veel voordelen. Het voorkomt dat faculteiten teveel gescheiden van elkaar gaan functioneren.” VVD’er George van Gent acht een verhuizing van de EUR naar de binnenstad praktisch niet uitvoerbaar. “Wel kan de gemeente Rotterdam bijdragen aan een goede samenwerking met de EUR en zorgen voor een goede stad om in te studeren en later te blijven wonen en werken.”

PvdA, Groen Links, SP en Leefbaar Rotterdam denken er anders over. Cornelissen: “Het zou goed zijn als tenminste de aula, de informatiebalies en andere facilitaire voorzieningen van de Erasmus Universiteit in het centrum van de stad gevestigd worden. Bijvoorbeeld in het oude postkantoor aan de Coolsingel.” Marco Pastors wil wel helpen om enkele faculteiten naar het centrum te verplaatsen, als ‘de EUR plannen en geld heeft’, terwijl Peter van Heemst meent dat “door een of meer faculteiten naar de binnenstad te halen, je meer studenten in de binnenstad krijgt. En dat verlevendigt het straatbeeld. Rotterdam moet bruisen, dat kunnen wij hier natuurlijk beter dan in Den Haag! Meer studenten in de binnenstad betekent ook meer mensen op straat. Dat geeft ook een veiliger gevoel. Plus meer klandizie voor de winkeliers.”

Allochtonen en onderwijs 
Alle lijsttrekkers erkennen zondermeer dat onderwijs grote prioriteit heeft in Rotterdam. Maar op het feit dat de studentenpopulatie van de EUR nog niet bepaald een afspiegeling is van de Rotterdamse bevolking, hebben de partijen een verschillende kijk. Moet Rotterdam bijvoorbeeld niet inzetten op een beleid waarin mensen van niet-autochtone afkomst extra worden aangemoedigd om naar de universiteit te gaan? Orhan Kaya van GroenLinks: “Het kan natuurlijk altijd beter, maar volgens mij is Rotterdam al één van de meest multiculturele universiteiten van Nederland. Opvallend is ook dat allochtone studenten vaak zeer serieus en succesvol zijn. Jammer dat je hier eigenlijk nooit iets over hoort.”

Pastors ziet een speciaal beleid niet zitten. “Leerlingen die het atheneum of gymnasium afmaken, zijn heel goed in staat zelf te bepalen of en waar ze verder studeren. Het is hun verantwoordelijkheid hoe ze hun leven in willen richten, daar hoeft de overheid geen verantwoordelijkheid voor te nemen of kosten voor te maken.”

Cornelissen vindt Pastors redenering veel te kort door de bocht: “We moeten er eerst in slagen om meer kinderen op vwo-niveau te krijgen, pas dan kan de doorstroming naar de universiteit tot stand komen.” Ook Geluk legt de nadruk op vroeg en actief binnen het onderwijstraject te sturen: “Als het om de participatie van allochtonen in het universitair onderwijs gaat, denk ik dat het een kwestie van tijd is en van investeren in de jeugd. Al vanaf 2,5 jaar wil ik dat kinderen, vooral uit allochtone gezinnen, naar school gaan. Zo ontstaat er geen taalachterstand op jonge leeftijd. Ook ben ik voor een langere schoolweek voor Rotterdamse kinderen die dat nodig hebben.”

Een aantrekkelijk Rotterdam 
Een substantieel deel van de studenten van de EUR komt vaak alleen maar naar de universiteit om colleges te volgen en examens te maken. Na gedane arbeid gaat het weer huiswaarts. Dat thuis ligt bovendien relatief vaak ergens buiten Rotterdam. Vervolgens vertrekken na beëindiging hun studie veel studenten naar andere steden om daar te gaan wonen en werken. Wat ontbreekt er in Rotterdam? “We moeten het aantrekkelijker maken voor vernieuwende bedrijven om zich hier te vestigen”, meent liberaal George van Gent. “Het moet in Rotterdam eenvoudiger worden om ondernemer te worden.” Van Heemst pleit voor meer wisselwerking tussen stad en onderwijs: “Bij InHolland lopen projecten waarin leerlingen studiepunten krijgen als ze in een wijk de sociale cohesie weten te verbeteren. Een ideale wisselwerking.”

Geluk wil net als Van Gent studenten binden door in kansrijke bedrijfstakken te investeren. “Zoals de audiovisuele sector, de medische sector en de haven.”

Kaya benoemt een ander bindend element: “Laten we vooral niet vergeten dat ook het sociale klimaat, de sfeer in een stad, goed moet zijn. Ik denk dat de huidige kille, rechtse bestuursstijl wat dat betreft weinig goeds heeft betekend voor de stad. Veel maatschappelijk betrokken en creatieve mensen hebben Rotterdam de afgelopen jaren de rug toegekeerd. Dat is onomkeerbaar en heeft op lange termijn funeste gevolgen voor de stad.”

Hij wijst met zijn opmerking vooral beschuldigend in de richting van Marco Pastors, die met Leefbaar Rotterdam het college de afgelopen jaren aanvoerde. Pastors pareert: “Rotterdammers moeten hun best doen Rotterdammer te zijn en te blijven. Er bestaan groeperingen die hun gedrag vergoelijken vanuit hun cultuur of religie. Met de Rotterdam Code heeft het College een stap in de goede richting gezet; de code bevat normen waar eenieder zich aan dient te houden wanneer we één Rotterdam willen zijn, waar we met elkaar leven.”

Theo Cornelissen reageert furieus: “Die bekrompen tijdgeest sinds 2002, nog eens onderstreept door de belachelijke Rotterdam Code, staat haaks op een klimaat van een creatieve stad. Wat dat betreft heeft het college van Leefbaar Rotterdam, VVD en CDA de stad de afgelopen jaren juist veel schade berokkend.”

Wie wil met wie en waarom 
De sfeer in de stad lijkt van groot belang voor het binden van studenten. En juist over dat punt hebben de partijen dus duidelijk verschillende meningen. Hoe moet dat nu eigenlijk na 7 maart? Gaan Leefbaar Rotterdam, VVD en CDA door, of krijgt de PvdA de kans om het sociale element weer meer aandacht te geven? Pastors: “Ik hoop dat Leefbaar de groot
ste wordt en de PvdA en het CDA klein blijven.”

Geluk: “Welk college er ook komt, het zal wat mij betreft het huidige beleid onverkort voortzetten, het karwei af gaan maken en niet genoegzaam achteroverleunen en met tevredenheid terugkijken naar de bereikte resultaten. ‘Doorpakken’, is mijn motto.” Kaya: “Het zal een nek-aan-nekrace worden tussen Leefbaar Rotterdam en de PvdA.”

Van Gent: “De VVD wil niet samenwerken met de PvdA, omdat die partij geen perspectief biedt voor Rotterdam. Wel willen wij samenwerken met onze huidige partners Leefbaar Rotterdam en CDA.” En ten slotte Van Heemst: “Ik voer campagne op eigen kracht zonder me af te zetten tegen welke partij dan ook. VVD en Leefbaar kijken alleen maar terug; met de PvdA willen ze niet regeren – dat is oude politiek. Ik wil vooruit kijken en praten met iedereen die iets positiefs wil bereiken. Samen de schouders er onder zetten, ook met het oog op jongeren. Rotterdam moet in 2010 Jongerenhoofdstad van Europa worden. Daar zou de EUR goed bij kunnen helpen.”

21-2-2006
,

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *