FD 22/09/2007: Verkiezingskoorts – Grote belangstelling, beperkte invloed


Het Financieele Dagblad – 22 sep 2007
Door: Kirsten Verdel

Grote belangstelling, beperkte invloed

Het is ze weer gelukt. Op de een of andere manier krijgen Amerikanen het altijd weer voor elkaar om me te verbazen. Dit keer ging het om de animo voor politieke bijeenkomsten. Ik ben er als PvdA’er al jaren aan gewend dat bij partijbijeenkomsten in Rotterdam een mannetje of veertig à vijftig komt opdagen. Als er iets te kiezen valt, dan is het doorgaans drukker. Soms wel tweehonderd mensen. En op de landelijke congressen, die doorgaans eens per jaar plaatsvinden, komen soms wel een paar duizend leden opdagen. Dat vind ik dan altijd erg veel.

Maar dan Amerika. In een achtergrondverhaal in de New York Times over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van volgend jaar wordt beschreven hoe maar liefst twaalfduizend mensen op een bijeenkomst van de Democraten in Iowa afkomen. Gewoon om te horen wat de presidentskandidaten te melden hebben. Twaalfduizend mensen! En dan klagen ze daar nog dat de opkomst bij de verkiezingen zelf zo laag is.

Maar dat heeft naast desinteresse dan ook veel te maken met het feit dat het zo ongelooflijk moeilijk is in Amerika om überhaupt te kunnen stemmen. Op talloze manieren worden mogelijke kiezers buitengesloten. Zo heeft elke staat zijn eigen registratieproces, wat soms met opzet ingewikkeld wordt gemaakt om bepaalde groepen kiezers buiten te sluiten. Ook kan een onvoldoende beheersing van de Engelse taal reden zijn om iemand het recht om te stemmen te ontnemen. Vijf miljoen Amerikanen met een veroordeling voor crimineel gedrag op zak mogen evenmin hun stem uitbrengen, ook al hebben ze hun straf allang uitgezeten. De miljoenen Amerikanen in Guam, Puerto Rico en de Virgin Islands worden eveneens buitengesloten, terwijl ze wel gewoon dienstplicht kennen en belasting betalen.

Hoe geïnteresseerd het Amerikaanse volk ook is, een garantie op deelname aan het besluitvormingsproces is er dus niet. Wie wel mag besluiten, wordt bespeeld door de media. Ook daar is de vergelijking met Nederland nauwelijks te maken.

Goed, de Volkskrant en de publieke omroepen worden doorgaans met links geassocieerd en bijvoorbeeld de Telegraaf met rechts, maar een Nederlandse journalist zal niet snel trots roepen dat hij of zij een CDA’er, PvdA’er of VVD’er is. Neutraliteit voert in ons kleine kikkerlandje toch de boventoon.

In Amerika is dat anders. Het bekendste voorbeeld is wellicht Fox. Het is een publiek geheim dat Fox een voorkeur heeft voor de Republikeinen. Boze tongen beweren zelfs dat George Bush president werd in 2004 omdat Fox hem simpelweg als winnaar uitriep, waarna er nauwelijks meer een weg terug leek te zijn. Ook tijdens deze verkiezingen lijkt Fox weer partij te kiezen. Sterker nog, Fox kiest zelfs partij bínnen de Republikeinse partij.

Begin september was er een televisiedebat tussen de belangrijkste Republikeinse kandidaten. Mitt Romney, Rudolph Giuliani en Mike Huckabee waren daar volgens Fox de belangrijkste kandidaten. Ron Paul werd à la Pim Fortuyn in 2002 compleet weggehoond en genegeerd door Fox en sommige kandidaten. Toch wist hij als tweede te eindigen in de kijkerspoll, nog voor Giuliani. Zelfs dat werd echter weggewuifd door Fox, door te stellen dat zijn aanhang schijnbaar meerdere keren had gebeld.

Een schandalige opstelling, zo vonden kijkers en critici na afloop van het debat. De kranten en internet stonden vol met commentaren over Fox. Maar of dat enig effect heeft, is maar de vraag. En zo worden kandidaten gemaakt en gebroken. Is het niet door het verkiezingssysteem, dan wel door de media.

Zoals ik al zei: Amerika blijft me verbazen.

Kirsten Verdel maakt op een Sauvé Scholarship studie van de Amerikaanse presidentsverkiezingen.

,

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *